Garnaal
Ik ben een kleine garnaal.
Misschien heb ik ook het brein van een garnaal. Ik ben onwetend. Onwetend te
midden de allergrootste onwetendheid waarmee we samen al te maken hebben gehad.
Ja, ik heb het over het virus, de
pandemie. Of misschien ook niet. Het maalt in de koker. Vrijheid heeft regels.
Dit is altijd het geval geweest, zeker in onze Westerse maatschappij. Ook heeft
ze beperkingen. Sinds deze pandemie heeft vrijheid andere regels gekregen.
Regels die zijn gemaakt door een kleine groep onwetenden voor een grote groep
onwetenden.
“Allemaal samen”, “nog even op de
tanden bijten”, “er is licht aan het einde van de tunnel”. Die laatste
bijna-slogan van onze burgerlijke hoeders hoorde ik de afgelopen weken vaak. De
andere twee ook maar de laatste zindert na. Er is licht aan het einde van de
tunnel. Dat gevoel heb ik ook. Ik voel dat er licht is aan een tunnel waarin we zijn samengeperst. We zijn gevangen in een
tunnelvisie van een kleine groep. Ik ben een cijfermannetje, een mathematicus,
ik draag het rationele hoog in het vaandel. Dit rationele in mij vertelt me dat
elke nog levende generatie in (West-)Europa nooit een pandemie heeft
meegemaakt. Ook niet de kleine groep “grote garnalen” die de wetten maken. Zij
baseren zich, net zoals wij, kleine garnalen, op geschiedenis, statistieken,
handleidingen, naslagwerken, etc. Net zoals wij. Ik vermeld dit zeer bewust
want dit is wat me zo heen en weer sleurt, wat mij doet wankelen, rationeel en
spiritueel: ook ik weet het allemaal niet. Wat moet ik dan? Bij welke groep moet ik me scharen? Mijn eigenheid
verbiedt dit, mijn persoonlijkheid en ego willen niet in een kamp zitten, ze
willen vrij zijn. Vrij zijn, die combinatie van woorden zijn heden bijna een
definitie van cynisme. Wil ik cynisch zijn? Altijd meer vragen.
Hoe langer deze situatie duurt,
hoe meer ik wegzak in het moeras van vragen en onwetendheid. Ook ik heb fouten
gemaakt. Ik maak ze elke dag. Ook ik ben vanaf de eerste lockdown onverminderd
voortgegaan met mijn leventje waarin ikzelf in het centrum stond. Ja, ik heb
zelfs lange tijd mijn kop in het zand gestoken, om de Druivelaar te citeren. Ik
kon blijven werken gezien ik in de sociale sector werk en ik heb een pracht van
een vrouw leren kennen, een zielsverwant. Alles was goed. Zo zou ik nog steeds
deze pandemie kunnen uitzitten. Misschien was ik het ook van plan, ik ben zoals
eerder gezegd een kleine garnaal met het brein van een garnaal.
Via het werk kreeg ik de kans om
me te laten vaccineren. Daarvoor diende ik twee inspuitingen te krijgen op
verschillende tijdstippen. De eerste spuit heb ik me (helaas)laten toedienen.
Uit solidariteit. Maar het zat niet lekker. Solidair met wie? Solidair met wat?
Solidair met een massahysterie en tunnelvisie? Was ik eigenlijk wel solidair
met mezelf? Ik was fout (of niet, ik ben onwetend). Het tweede heb ik geweigerd
maar desalniettemin was ik fout (of niet). Het bracht ook veel spanning teweeg:
in mijn relatie, met collega’s en met mezelf.
Er bestaat een term voor als je
refereert aan de ideologie die tijdens de jaren ’40 de tweede oorlog heeft
veroorzaakt maar deze ontsnapt me even. Het is makkelijk om daaraan te
refereren maar ik doe het toch omdat er in ons recente Covidvocabularium een
nieuw woord is opgedoken: het Covidpasport. Het voelt als – hier komt ie – een
Jodenster. Zij het een ster die je opgespeld krijgt wanneer je meegaat in de
Tunnelvisie. Vanaf nu schrijf ik “Tunnelvisie” met een hoofdletter, vrijheid
van de denker en schrijver. De Tunnelvisie waarin ik meegezogen word, of ik het
nu wil of niet. Een Tunnelvisie die vooral winstgevend is (de farmacie laat
alvast de flessen champagne aanrukken). Een Tunnelvisie waar de hypocrisie van
afdruipt: “gezondheid voor alles!”, “een vaccin voor iedereen! Althans, de
landen die het kunnen betalen”.
Wat moet ik doen, als kleine
garnaal, om mijn steentje bij te dragen? Wat kan ik als individu betekenen om
voor vrijheid te strijden op een manier die goed voelt? Hoe blijf ik in
evenwicht, met naasten en met mezelf zolang dit duurt? Hoe blijf ik in deze
actualiteit trouw aan wie ik ben, wat me drijft en wat me passioneert? Wat voel
ik en wat wil ik? Haal ik het beste uit dit bewustzijn of ga ik eraan ten
onder? Ik verdrink in de vragenpoel. Ik verdrink maar versaag niet want diegene
met de reddingsboei ben ikzelf. Wat ik als kleine garnaal kan is een boodschap
van liefde sturen, elke dag. Naar iedereen, ook naar diegenen waarmee ik het
niet eens ben. Misschien ben ik het wel niet eens mezelf. ik ben immers
onwetend.
Veel vragen voor een kleine
garnaal maar deze garnaal buigt er zich liever over dan zich te laten pellen
door angst, winstbejag en hysterie.
S.C. 6/5/2021